Het innerlijk kompas

Het was een mooie winterdag, en het zonnetje kwam ons begroeten tijdens een prachtige wandel-coach-sessie. Samen met Anne, een topfunctionaris in een groot bedrijf, 34 jaar, moeder van 2 en vrouw van Bas. Afkomstig uit een warm gezin met vier zussen, een arts als vader en een moeder die verpleegkundige was.

De vraag waar Anne mee binnenkwam was: ze wilde op zoek naar haar innerlijke kompas.

Vandaag had Anne haast. Na een intuïtieve wandeling van 10 minuten, waarmee ik altijd start om af te schakelen en te starten om in het gevoel te komen, merkte ik dat ze rustiger en iets langzamer begon te lopen. Maar in eerste instantie was ze bijna niet bij te houden. Tijdens het wandelen lette ik op haar fiere houding en sterke gelaat, in een eerder gesprek hadden we gesproken, na het lopen van een ‘cirkel van oude besluiten’, over haar injuncties (interne overtuiging over haarzelf): “wees sterk” en “wees perfect” Dat deze haar hebben gebracht naar waar ze nu is, maar haar ook in de weg kunnen zitten ten aanzien van haar gevoel.

Tijdens de wandeling koos Anne ervoor om van de gebaande paden te gaan. Over een hek klommen we en door modder-sporen vervolgden we onze weg. Op het moment dat wij bij een grote groep bomen doorstaken en de zon ons fors tegemoet scheen, leek het of Anne nog veel harder door wilde lopen. Ik vroeg haar: “Wat gebeurt er nu?” Ik merkte verschil in haar doen en laten. Ze vertelde dat toen haar vader overleed, hij had gezegd: “Vanaf nu zit ik achter de zon”. Anne schreef hier in haar eigen woorden over:

Papa

We kijken naar de zon. Hij schijnt zo heerlijk op mijn gezicht…papa is achter de zon. Ik moet huilen. Ik ben zo verdrietig dat hij niet meer hier is. Ik probeer mezelf toe te staan dit te doen. Mezelf te omarmen in plaats van te sterk te houden. ‘heb vertrouwen’ zeg ik tegen mezelf.

Anne besefte dat ze nog niet klaar was, het deed teveel pijn als ze aan haar vader dacht. Ze had niet de ruimte ervaren om te mogen rouwen, ze vond het letterlijk ‘stom’ dat ze na zo lang nu nog steeds moest huilen.

Ik heb haar de ruimte gegeven om wél in de zon te kijken, terug te kijken in haar geschiedenis, en te omschrijven wie ze daar zag staan. Ze zag dat meisje van 10, dat voor haar moeder en zusjes sterk moest zijn. Ik heb haar gevraagd terug te gaan en ik heb haar vanuit haar voedende ouder een permissieve boodschap laten formuleren aan het kind in haarzelf: “Voel maar, het is oké…jij bent oké, weet dat het goed komt met je, ik heb vertrouwen in jou, nu mag je kind zijn…” en bij het ankeren van dat gevoel, bij haar buik, zag ik dat er ruimte was gekomen. Ruimte om haar vader te mogen missen. Ruimte om weer te mogen verlangen naar hem.

Door mij bewust te zijn van fases in hechting en rouw, kon ik schakelen. Er moest ruimte komen voor de pijn van het (bijna niet) te accepteren verdriet. Dit om hierna naar de mentale en emotionele acceptatie te kunnen gaan.

De techniek die ik hierbij heb gebruikt is die van ‘herbeslissen’, werken naar een positieve interne dialoog waarbij ze haar kind van toen een nieuwe beslissing heeft kunnen laten nemen.

Haar innerlijk kompas bleek ze inderdaad niet goed gevoeld te hebben omdat er geen acceptatie was geweest.